Hiervoor zetten wij in 2021 op de volgende zaken in:
- Continuering van de samenwerking met ondernemersverenigingen en de BIZ-en in Millingen en Groesbeek.
- Blijvende inzet van een bedrijfscontactfunctionaris als scharnierpunt tussen ondernemers en gemeente.
- Realiseren van voldoende uitgeefbare bedrijfskavels.
- Aantrekkelijke en concurrerende winkelgebieden en dorpscentra: Winkelgebieden hebben het door de groei van digitale bestedingen moeilijk. Ook de coronacrisis zal zijn sporen op fysiek winkelen vermoedelijk nalaten. Samen met ondernemers gaan we kijken hoe we daarop gaan inspelen (wellicht is transformatie van leegkomende panden nodig). Voor het centrum van Groesbeek werken we aan de afronding van de centrumplannen. De resultaten van dit project staan beschreven in programma 2 van deze begroting.
- Verbetering kwaliteit bedrijventerreinen:
- Door de coronacrisis is de vraag naar bedrijventerreinen gedaald. Structureel effect van de coronacrisis zal zijn dat er meer vanuit huis zal worden gewerkt. Tegelijkertijd zien we dat de vraag naar grond voor (tijdelijke vormen van) woningbouw en opwekking van duurzame energie is toegenomen. We gaan daarom in 2021 onderzoeken of fase 2 van Hulsbeek nog moet worden ontwikkeld en/of dat deze grond – al dan niet tijdelijk – voor andere functies kan worden bestemd.
- In 2021 gaan we met de initiatiefnemer van het bedrijventerrein komen tot een kwalitatieve afronding van Lieskes Wengs.
- Verder blijven wij in 2021 parkmanagement nadrukkelijk aanbevelen. Zowel bij de gevestigde bedrijven als bij de verkoop van kavels aan nieuwe bedrijven. Mocht er draagvlak ontstaan voor parkmanagement dan bieden wij ondersteuning aan bij het vormgeven hiervan. Parkmanagement stimuleert de samenwerking tussen de bedrijven. Goede samenwerking tussen bedrijven (en de gemeente) is essentieel voor het behoud en op termijn verbetering van de kwaliteit van een bedrijventerrein. Het verduurzamen van het bedrijventerrein is een mogelijk thema voor meer samenwerking. Wel zal gewerkt moeten worden aan de vergroting van het draagvlak hiervoor bij ondernemers.
- Versterking van ondernemersnetwerken:
- Op economisch gebied werken we samen met ondernemers en andere partners, waaronder RvN@. We werken samen aan de versterking en vernieuwing van de lokale economie. We leggen het accent op verduurzaming, circulariteit en de korte voedselketen.
De in oktober 2019 door alle gemeenteraden in onze regio vastgestelde beleidsnota:’ Werk voorop’ is sinds 2020 in uitvoering. De coronacrisis en de daarmee gepaard gaande economische krimp zorgen er voor dat de voorgenomen plannen sterk beïnvloed worden. We verwachten de volgende ontwikkelingen
Gevolgen Corona effect
Deze ontwikkelingen vragen een aanpassing van beleid voor 2021. Deze aanpassing kunnen we alleen regionaal met elkaar vormgeven. De mogelijkheden voor een antwoord op de problemen die zullen ontstaan, hangen voor een groot deel ook af van de maatregelen die het Rijk nog neemt. Bijvoorbeeld op het gebied van scholing en omscholing en het herstel van de economie. In het schema is te zien dat er ook nog na-ijleffecten zijn te verwachten doordat sommige ondernemers die gebruik maakten van de Tijdelijke Overbrugging Zelfstandig Ondernemers (TOZO 1 en TOZO 2) de crisis niet zullen overleven. De kans dat deze ondernemers in eerste instantie een gemeentelijke uitkering aanvragen is groot.
In het beleidsplan zijn vier focusgroepen benoemd waar extra aandacht naar uit zal gaan, dit zijn jongeren, 50-plussers, statushouders en kandidaten met een arbeidsbeperking. Door de focusgroepen los te laten en andere keuzen te maken is duidelijk dat de arbeidsmarktpositie van de focusgroepen verder verslechtert. Als we het basisscenario van het Centraal Planbureau (CPB) volgen verdubbelt de werkloosheid in 2021, maar zet een economisch herstel zich in 2021 ook weer in.
Naast de focusgroepen zijn tien ambities genoemd in het beleidsplan.
Ondanks de coronacrisis handhaven we deze, maar de ambities: ‘maximaal inspelen op economische ontwikkelingen’ en ‘beperken van de instroom en bevorderen van de uitstroom uit de uitkering’ vragen wel bijzondere aandacht de komende jaren. Via omscholing zullen we werkzoekenden geschikt moeten maken voor sectoren waar een toenemende vraag ontstaat. Wat betreft de instroom in de WW vanuit het UWV en doorstroom naar de bijstand is de voorgenomen preventieve aanpak en samenwerking met UWV belangrijker dan ooit.
De in de Voorjaarsnota 2020 beschreven ontwikkelingen en initiatieven en de participatieaanpak (toepassing Tegenprestatie voor uitkeringsgerechtigden die nog niet bemiddelbaar zijn) dienen versterkt te worden opgepakt. We gaan daarom kijken hoe de effectiviteit van onze aanpakken en methoden nog beter kan. Concreet gaat het om het volgende:
- Met het oog op de komst van de nieuwe Wet inburgering per 1-7-2021 gaan we op basis van de huidige praktijk kijken naar de nieuwe taken met alle betrokken partijen en onderzoeken we waar de uitvoering kan worden verbeterd en hoe. Onze ervaringen met de uitvoering van de Pilot-Z-route samen met Beuningen, Heumen en Mook- en Middelaar zal ons helpen daar een weg in te vinden.
- De inzet van de participatieconsulenten bij het activeren tot optimale participatie van kandidaten is op wetenschappelijke basis onderzocht. Dit onderzoek biedt handvatten voor verdere verbetering van onze aanpak met motiveringstechnieken, competentieontwikkeling, versterking van de autonomie en verbetering van de samenwerking met WerkBedrijf.