Wat zijn de gevolgen van de ombuigingen (Top 19)?
Voor het sluitend maken van de begroting zijn er een aantal ombuigingen nodig. De fracties hebben in het begin van het begrotingsproces een top 19 lijst met ombuigingen aangeleverd. De ombuigingen waarvoor een raadsmeerderheid was op basis van deze lijsten, zijn verwerkt in deze begroting. De ombuigingen en de gevolgen daarvan lichten we hier toe. In het
raadsvoorstel bij de begroting staat het dekkingsplan. Om tot een sluitende begroting te komen staan hier nog aanvullende ombuigingen in.
Resultaat 1.4.4. Ieder kind gaat naar school of heeft een passend toekomstperspectief. Schooluitval wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Taakveld 4304 Overige onderwijsvoorzieningen
4304-3 Forte School’s Cool
Bezuiniging € 25.000
Aan welke knoppen kunnen we draaien (wat is niet wettelijk verplicht)
Met het programma School’s Cool worden kinderen uit sociaaleconomische zwakkere gezinnen door vrijwilligers begeleid bij de overstap van basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Ook jongeren die al op de middelbare school zitten en statushouders die dreigen uit te vallen behoren tot de doelgroep. Dat vrijwilligers deze taak op zich willen nemen past helemaal in de transformatie: van professionele hulp naar hulp door mensen onderling. Alleen zijn de kosten van dit programma erg hoog. Daarom vragen we Forte dit op een goedkopere manier te organiseren.
Wat is het maatschappelijk effect van de ombuiging?
Kinderen worden nog steeds geholpen, alleen op een goedkopere manier.
Resultaat 1.1.1 Ons minimabeleid zorgt ervoor dat ook inwoners die weinig geld hebben mee kunnen doen in de samenleving.
Taakveld 6100 Samenkracht en burgerparticipatie
6100-5 Inzet jongerenwerk
Bezuiniging € 50.000
Aan welke knoppen kunnen we draaien (wat is niet wettelijk verplicht)
We verstrekken minder subsidie aan Forte.
Wat is het maatschappelijk effect van de ombuiging?
Dit is een taakstelling Forte breed. Dat is een bezuiniging op het zogenaamde voorliggende veld, d.w.z. algemeen toegankelijke welzijnsvoorzieningen. Voor nu staat de bezuiniging van €50.000 op het budget jongerenwerk geparkeerd. Zodra Forte in overleg met de gemeente keuzes heeft gemaakt kunnen we dit financieel op de juiste manier vertalen in de budgetten.
Bij het herstelplan sociaal domein komen we hierop terug.
Taakveld 6300 Inkomens- en bijstandsvoorziening
6300-3 Bijzondere bijstand en minimabeleid
Bezuiniging € 222.000 Scenario 4: de pijn verdelen
Aan welke knoppen kunnen we draaien (wat is niet wettelijk verplicht)
Uit de evaluatie van ons beleid is gebleken dat wij in vergelijking met andere gemeenten veel geld besteden aan de regelingen voor onze minima. Verder geven onze inkomens- en participatieconsulenten en de medewerkers van het sociaal team aan dat de ruimhartigheid soms activering van mensen in de weg staat. Daarnaast hebben we te maken met grote financiële tekorten. Daarom hebben wij vier scenario’s uitgewerkt om een bezuiniging te realiseren, die eerder dit jaar aan u zijn voorgelegd. Het scenario waarbij de pijn zoveel mogelijk wordt verdeeld, heeft de voorkeur.
Wat is het maatschappelijk effect van de ombuiging?
Scenario 4: De pijn verdelen
- het bedrag van de individuele inkomenstoeslag wordt verlaagd;
- de vermogensgrens van de gemeentezorgverzekering en de Doe Mee Regeling wordt aangepast;
- de bijzondere bijstand voor inrichtingskosten wordt niet meer kwijtgescholden na 5 jaar;
- de bijzondere bijstand voor de stoffering van de woning wordt verstrekt in de vorm van een lening in plaats van in de vorm van een gift;
- het sociaal team gaat strenger toetsen bij het afgeven van een sociaal medische indicatie voor het vergoeden van de kosten van de kinderopvang (een taakstellende opdracht voor het sociaal team);
- de kwijtschelding eigen bijdrage WMO wordt afgeschaft.
Voordelen scenario 4:
- Een grote groep inwoners blijft recht hebben op verschillende minimaregelingen
- Door bij alle minimaregelingen relatief kleine wijzigingen door te voeren zorgen we voor een bezuiniging zonder dat één specifieke groep inwoners hard getroffen wordt.
- Kinderen worden in dit scenario ontzien.
- Er vindt geen armoedeval plaats bij een inkomensgrens van 100% of 110% van de bijstandsnorm.
Nadelen scenario 4:
- Omdat er wijzigingen worden doorgevoerd bij bijna alle minimaregelingen, worden veel inwoners door de bezuiniging getroffen. Omdat de wijzigingen van de regelingen echter niet groot zijn, zijn ook de financiële consequenties voor de inwoners te overzien.
- De armoedeval bij de inkomensgrens van 120% blijft bestaan.
- Voor de uitvoering is het effectief om voor alle minimaregelingen dezelfde inkomensgrens aan te houden, dat doen wij met dit scenario niet.
Resultaat 1.2.2 We helpen inwoners langer zelfstandig thuis te wonen
Taakveld 6600 Maatwerkvoorzieningen WMO en Taakveld Tv 6710-5 Huishoudelijke hulp, ambulante begeleiding Wmo en arbeidsmatige dagbesteding
Bezuiniging € 50.000
Wat is het maatschappelijk effect van de ombuiging?
Op de Wmo en Jeugdhulp is er een aanvullende taakstelling meegegeven van € 50.000. We willen deze taakstelling voornamelijk realiseren op de Wmo-klassiek (woningaanpassingen, huishoudelijke hulp, vervoersvoorzieningen, hulpmiddelen). Op de Wmo werken we vanuit het credo ‘goedkoopst adequate oplossing’. Dit betekent dat wanneer er meerdere adequate oplossingen zijn om mensen in de zelfredzaamheid te ondersteunen, we hiervan altijd de goedkoopste en meest kostenbesparende oplossing kiezen.
Ook maken we samen met het Sociaal Team een compleet pakket van kleine en grotere maatregelen die we in 2020 en 2021 doorvoeren. Denk daarbij aan:
- sturen op normalisering en zelf- en samenredzaamheid, dat betekent dat we bepaalde voorzieningen niet langer gaan vergoeden, bijv. douchestoeltjes;
- algemene voorzieningen en het voorliggend veld verder uitbreiden;
- het realiseren van scootmobiel- en rolstoelpools als dit een kostenbesparing oplevert;
- omzetten van individueel maatwerk naar beschikkingsvrije voorzieningen waar dat mogelijk is;
- het terugdringen van ‘niet-gebruik’ van voorzieningen .
Met de bovengenoemde maatregelen verwachten we kosten te kunnen besparen. Wel moeten we een winstwaarschuwing meegeven. Elke kostenbesparing kan weer teniet gedaan worden door de groeiende groep mensen die vanwege de vergrijzing en extramuralisering terecht een beroep doen op de Wmo (en/of jeugdhulp). Ook de gevolgen van de coronacrisis kunnen nog invloed hebben op gebruik van voorzieningen in het Sociaal Domein.
Taakveld 6710 Maatwerkdienstverlening 18+
6710-1 Huur Wmo ruimten
Bezuiniging € 27.000
Aan welke knoppen kunnen we draaien (wat is niet wettelijk verplicht)
Lagere huurkosten voor Wmo ruimten door niet in alle kernen een inloop & ontmoeting te hebben.
Wat is het maatschappelijk effect van de ombuiging?
Het gemeentelijk beleid is om in alle kernen vormen van inloop & ontmoeting te hebben. Zoveel mogelijk door inwoners zelf gerund. Laagdrempelig en dichtbij, zodat onder andere Vervoerskosten beperkt worden. In verschillende kernen betalen we daarvoor huur voor zogenoemde Wmo-ruimten. Aframen van het budget betekent dat we niet in alle kernen een ruimte realiseren en bij de post doelgroepenvervoer waarschijnlijk meer kosten zullen hebben.
6710-3 Dagbesteding ouderen
Bezuiniging € 50.000
Aan welke knoppen kunnen we draaien (wat is niet wettelijk verplicht)
Door deze voorziening om te zetten van maatwerk- naar algemene voorziening, verwachten we een besparing te kunnen realiseren van € 50.000.
Wat is het maatschappelijk effect van de ombuiging?
Ouderen kunnen hierdoor laagdrempelig en zonder indicatie van het Sociaal Team gebruik maken van deze vorm van dagbesteding. Het maatschappelijke effect is positief.
Resultaat 1.2.1 Meer grip op de kosten van WMO en Jeugdhulp
Taakveld 6720 Maatwerkdienstverlening 18-
6720-2 Praktijkondersteuner huisartsen jeugd
Bezuiniging € 80.000
Aan welke knoppen kunnen we draaien (wat is niet wettelijk verplicht)
We stoppen met de pilots praktijkondersteuning huisartsen jeugd en zetten vol in op de inzet van onze jeugdconsulenten (van het sociaal team).
Wat is het maatschappelijk effect van de ombuiging?
Met de inzet van een praktijkondersteuner jeugd bij de huisarts, kan doorverwijzing richting GGZ worden voorkomen. Als we dit niet doen, dan zou het kunnen dat de verwijzingen oplopen. Echter, door de inzet van jeugdconsulenten op basisscholen voorkomen we óók de verwijzingen naar de GGZ. Een deel van onze huisartsen vraagt nu vóórdat zij doorverwijzen of een kind al bij de jeugdconsulent is geweest; met de andere huisartsen gaan we dit ook afspreken.